Na aftrek van een stijging van het prijspeil blijft een zogeheten reële loongroei van ruim 1 procent over voor de komende jaren, aldus de centrale bank in een dinsdag gepubliceerd rapport over de economische vooruitzichten.
De laatste jaren was er nauwelijks reële loongroei of was er zelfs sprake van een krimp. De aantrekkende lonen vallen samen met een krimp van het aantal flexibele contracten. Voor het eerst in tien jaar tijd neemt het aantal flexbanen af. Het aantal vaste contracten blijft juist flink groeien.
De arbeidsmarkt blijft volgens de centrale bank krap. De werkloosheid daalt naar verwachting van 3,8 procent in 2018 naar 3,3 procent in 2019. Ook in 2020 en 2021 blijft de werkloosheid op dit historisch lage niveau. Tot verbazing van economen bleven de lonen de laatste jaren nog achter bij de aantrekkende arbeidsmarkt. Flexibilisering was een van de argumenten om deze achterblijvende loongroei te verklaren.
DNB meldt verder dat de economische groei de komende jaren zal stabiliseren rond 1,5 procent, de potentiële groei van de Nederlandse economie. Zo wordt voor dit jaar een groei van 1,6 procent voorspeld en in 2020 en 2021 respectievelijk een groei van 1,5 procent en 1,4 procent.
De Nederlandse economie heeft last van de wereldwijde handelsspanningen, maar DNB heeft in de prognoses geen rekening gehouden met escalatie van de problemen op internationaal vlak. Zo zijn er verder ook zorgen over de Italiaanse overheidsfinanciën en speelt het Britse vertrek uit de EU nog altijd.